Interview Elfje Willemsen Goed in je Vel-podcast Fré Heylen WordFit

 

In de tweede aflevering van de ‘Goed in je vel’-podcast interviewde ik Elfje Willemsen.

Het interview kan je beluisteren via de Apple Podcast App, Spotify of Soundcloud.

 

Ben jij niet zo 'in to' het luisteren van een podcast?

Geen nood. Hieronder kan je het interview met Elfje Willemsen doornemen.

 

In de tweede aflevering van de ‘Goed in je vel’-podcast interview ik Elfje Willemsen. Elfje heeft nog steeds twee Belgische records op haar naam staan in het speerwerpen, maar je kent haar vooral van haar prestaties in het bobsleeën.

Als piloot van een tweemansbob haalde ze tweemaal zilver in een wereldbekermanche, maar ook tweemaal de Olympische Winterspelen, met een zesde plaats op die van Sotsji in 2014. Ook in dit interview heel wat inspiratie om met voldoende goesting en energie door het leven te gaan en je goed in je eigen vel te voelen.

Veel leesplezier!

 

Elfje, even vooruit spoelen om te kunnen terugkijken. Stel, je ligt op je sterfbed. Welke dingen wil jij je dan vooral herinneren?

 

Ik wil me vooral amuseren. Ik wil niet op maandag al uitkijken naar vrijdag, naar het weekend. Ik doe zelfs niet mee aan weekend, ik doe niet mee aan feestdagen. Voor mij is het gewoon elke dag werkdag, maar dat voelt niet aan als werken. En dat wil ik eigenlijk zo houden de rest van mijn leven, dat ik niet moet opkijken tegen de rest van de dag, om te moéten gaan werken. Ik wil dat behouden eigenlijk, zo lang als dat kan, om met plezier te doen wat ik doe.  

 

En wat doe jij zoal op dit moment, want dat zullen velen niet weten. Vertel maar. Ik ken jou als ex-bobsleester, als Olympiër, met de bobslee, maar dat weten misschien sommigen niet. Voor degenen die jou nog niet kennen, vertel: “Wie is Elfje Willemsen?”

 

Ja, ik heb inderdaad heel mijn leven topsport gedaan, eerst atletiek. Als speerwerper heb ik enkele jeugdkampioenschappen mee gedaan, en dan heb ik finales gehaald. Ik heb nog altijd twee Belgische records op mijn naam staan van de jeugdreeksen. En dan op mijn 22ste ben ik geswitcht naar bobsleeën. Daar heb ik dan inderdaad drie Olympische Spelen in gehaald met als beste resultaat een zesde plaats in Sotsji. En dan hebben we ook enkele zilveren medailles behaald op wereldbeker-wedstrijden, ook zilver op het EK gehaald, en na de Olympische spelen van Pyejongchang  in  2018 ben ik er eigenlijk mee gestopt en dan ben ik begonnen met mijn eigen bedrijf van ‘personal training’ en ‘bootcamps’. Daar ben ik  nu een jaar superactief  mee bezig . Ik heb dat opgestart en ik heb ook de instelling: als je iets doet moet je dat 100 % doen, niet ‘half zijn gat’ en maar hopen dat het goed komt. Dus ben ik direct fulltime zelfstandige geworden. Ik heb daar ook direct al mijn tijd in gestoken, in die opstart, en dat is wat ik nu eigenlijk doe. 

 

OK, all right, voor veel mensen ‘bobsleeën’ – in België? Van de atletiek naar bobsleeën, da’s toch ook een serieuze stap?

 

Ja, dat was in die tijd – we zijn 2007, 2008 zoiets – had Canvas een documentaire lopen over hoe topsporters in één sport, in een andere sport ook succesvol kunnen zijn. En de sport bobsleeën was één van de voorbeelden daar. En Canvas wou een documentaire maken over topsporters uit verschillende sporten, die dan uiteindelijk in bobsleeën instapten. En daar ook succesvol in konden zijn, ook de Olympische Spelen konden halen. Dat project heeft dan drie jaar gelopen en dat is succesvol geweest, want we hebben de Spelen gehaald. En bij de zoektocht naar atleten zag ik dat waarschijnlijk in de krant of op radio of tv. En op dat moment was ik zoekend, door een blessure aan mijn schouder. Ik kon niet meer speerwerpen. Ik was ook geopereerd en had gerevalideerd. Ik had nog altijd pijn, dus ik was echt in het sukkelstraatje. En op dat moment kwam die oproep, en ik dacht: “Ik ga dat gewoon één jaar doen om mijn gedachten wat te verzetten, en dan volgend jaar ga ik gewoon terug speerwerpen.” En ik heb dat één jaar gedaan, ik vond dat wel plezant. Maar zo is dat dan een beetje uit de hand gelopen, en zo zijn we dan aan dat lang verhaal – dat toch 13 jaar geduurd heeft – begonnen.

 

Oké, 13 jaar… En als je daar op terugkijkt, op die 13-jarige carrière als bobsleeër, wat is dan het meest speciale moment? 

 

Ja, waar ik nog altijd kippenvel van krijg, is dat eerste moment dat we zilver halen op een wereldbekerwedstrijd. Dan stonden we echt nààst de olympische kampioenen op dat podium, en we hebben toen ook twee andere teams verslagen die ook olympische medailles gehaald hadden, en we hebben de Duitsers verslagen op hun thuisbaan op dat moment… Dus dat was voor ons zo’n moment van ‘Holy shit, we zijn erbij!’ Dat waren gewoon teams waaraan wij handtekeningen vroegen,, foto’s van vroegen, die hadden wij verslagen! En dat was echt – als klein Belgenlandje zonder traditie, zonder eigen bobsleebaan, - dat was echt een bizar moment ja. 

 

Beseffen dat je echt bij de wereldtop behoort ineens… Ik weet niet of je de film gezien hebt met de Jamaicanen – Ja? – Oké daar doet dat mij toch een beetje aan denken. En ik vind het wel grappig dat het gekomen is door een oproep van een tv-programma, en dat jullie daar in geslaagd zijn…

 

Het onderscheid met de film ‘Cool Runnings’ is eigenlijk dat ze ons ineens professioneel aangepakt hebben. Dat was met ondersteuning van de KU Leuven, voor die documentaire op Canvas, die wetenschappelijk onderbouwd was. En doordat die documentaire op Canvas was, kwam het ook geloofwaardig over naar het BOIC toe, naar sponsors toe, en daardoor hadden we sponsors vanaf jaar één. Omdat ze wisten: ze zijn er serieus mee bezig. En omdat we het zo serieus hebben aangepakt vanaf dag één – we moesten fulltime beschikbaar zijn voor het bobsleeteam, we mochten geen andere job hebben – ja dan heb je wel een kans om het te maken. Je kunt niet zomaar als toerist zeggen: “ik ga ook naar de Spelen”, dat gaat niet. We waren allemaal topsporters, we hadden al een heel grote trainingsload gehad in onze jeugdjaren eigenlijk, en dan kun je die transitie maken en succesvol zijn. Niet zeggen: “Ah ja, zo is het wel heel gemakkelijk om de Spelen te halen.” Omdat wij professioneel gewerkt hebben inderdaad, en vanaf dag één er 100 % voor gegaan zijn, en ook al topatleten van andere sporten waren, dan is dat haalbaar.  

 

Het is niet dat iedereen zomaar kan zeggen: “Oh we gaan eens…”. Ik wil trouwens zeker geen afbreuk doen aan jullie schitterende prestatie sowieso. Maar oké je zegt: “We hadden wel wat ondersteuning”, maar bijvoorbeeld sponsors – je geeft het wel aan – was dat iets dat voor jullie ook geregeld werd? Of was dat iets waar je ook nog zelf moest mee bezig zijn? Want ik kan me voorstellen, allez, ja…

 

Die eerste drie jaren waren eigenlijk vrij gemakkelijk. Dan hadden we een manager die zijn job goed deed. We hadden sponsors, alles was geregeld voor alle wedstrijden die we moesten doen, maar na Vancouver is dat programma weggevallen, die documentaire. En dat zijn eigenlijk  de moeilijkste jaren geweest. Zo de weg van Vancouver naar Sotsji toe, die vier jaren. We kwamen niet meer op tv, we hadden ineens geen sponsors meer. En dan is dat gewoon knokken. We hebben ook, met vier op een tweepersoonskamer gelegen. Wij sliepen in de goedkoopste appartementjes, we moesten zelf koken, we hadden geen kine mee. Ja, na zeven jaar bobslee, pas nadat we twee keer de Spelen hadden gehaald kregen we een kine. Dus het zijn moeilijke jaren geweest. En vooral die tussenjaren. Als de zomerspelen geweest zijn, en de focus is dan weer op de winterspelen, dat is dat een iets gemakkelijker jaar, maar die twee jaren tussen winterspelen en zomerspelen in zijn altijd heel moeilijk omdat alles gefocust wordt op de zomerspelen en wij een beetje op de achtergrond verdwijnen. Dus daarom is het belangrijk om in die jaren net resultaten te halen waarmee je toch naar buiten kunt komen. 

Stop niet met geloven in jezelf.

Elfje Willemsen

Dan is dat in de wereldbeker of in een EK.

Dus je zegt na Vancouver en naar Sotsji toe is het eigenlijk het moeilijkste moment geweest. Jullie hebben dan je beste prestatie op de Olympische Spelen in Sotsji geleverd, dat is toch ook eigenlijk geweldig, allez. Ik weet niet hoe je daar op terug kijkt? 

 

Ja, ik weet, letterlijk één jaar voor die spelen van Sotsji, zaten we met onze handen in ons haar. Dat gaat nooit goed komen dat we hierin geïnvesteerd hebben. En dan één jaar later waren we zesde op de Olympische Spelen. Dan denk je van ‘eat this shit!’ (Lacht hartelijk). In de sport kan er echt zo veel zo snel veranderen. En als atleet, als je stopt met geloven in jezelf, wie gaat er dan nog in je geloven? Ge moet altijd gewoon blijven geloven in uzelf, en dat is wel moeilijk in de jaren dat je laatste wordt, voorlaatste, al eens een keer 16e. We waren altijd bij de laatste helft. En dan, het jaar van de spelen van Sotsji, hebben wij een nieuwe slee gekregen, Spanky, en dat was dan eindelijk een slee van wereldniveau, waarmee we eindelijk konden concurreren met de tegenstanders. Dat was gewoon het bewijs dat materiaal zo belangrijk is in deze sport. En ineens reden we constant top tien, op één jaar tijd. 

 

Dus het had niets met jullie capaciteiten te maken.

 

Hanna Mariën heeft toen ons team versterkt, zij had dan natuurlijk extra explosiviteit, onze start was dan net weer iets beter. En ook een beetje meer media-aandacht gekregen dankzij Hanna, dat was natuurlijk ook weer goed voor de sponsors. Toen kwam er terug een beetje een positieve flow, vlak voor die spelen van Sotsji. Dat was super belangrijk, ook voor het geloof in onszelf. 

 

Je geeft net ook aan: geloven in jezelf. Kan je daar tips rond geven? Want ik kan me voorstellen dat je wel moeilijke momenten hebt doorgemaakt. Hoe ga je daar dan mee om?

 

Voor mezelf was dat vaak een drempel om in de slee te stappen en naar beneden te gaan. Heel veel stress gehad en ook wat schrik gehad om met die slee naar beneden te gaan. Ik stond gekend als één van de betere piloten van de wereld omdat ik gewoon zoveel schrik had. Ik had zoveel panische angst om te crashen dat ik er ook alles aan deed om perfect af te dalen om toch maar niet te crashen. En ik denk dat dat mij geholpen heeft om een betere piloot te worden. Als ik boven aan de start stond en ik deed in mijn broek, dan zei ik tegen mezelf: “Elf, doe niet belachelijk, ge zijt één van de beste piloten ter wereld, geloof in uw eigen. Ge kunt dat, ge zijt één van de beteren.” Dus ik deed wel heel veel peptalk tegen mezelf. 

 

Dus echt eigenlijk elke keer opnieuw, als je boven stond: “Elf, komaan”! 

 

Niet op alle banen. Maar toch op bepaalde banen, elke run dat ik dacht van: “Doe nu niet belachelijk, kom. Je bent één van de beteren, doe gewoon wat je kunt, en focust, da’s al wat je kunt doen.” Ook voor de fysieke trainingen in de zomer bijvoorbeeld. Dat was dan toch soms een struggle, om mij naar die training te slepen om die training dan te doen. Dan heb ik die ringen van de Olympische Spelen op mijn pols getatoeëerd en elke keer dat ik op de training zat en het werd een beetje moeilijk, dan keek ik op mijn pols en dacht: “Daar doe je ’t voor”. Als je een doel voor ogen hebt, is het toch altijd gemakkelijker om jezelf te motiveren, denk ik. Een doel stellen is eigenlijk het belangrijkste, op eender welk niveau. Ook nu, na mijn sportcarrière, heb ik ook weer doelen nodig om er voor te kunnen werken. 

 

Oké, die doelen komen subiet nog wel efkes terug. Je geeft ook aan, die angst, die stress die je toch elke keer weer had. Kunnen we stellen dat angst en stress niet noodzakelijk altijd slecht hoeven te zijn?

 

Nee, da’s niet altijd slecht, alleen moet je dat kunnen omschakelen naar de goeie instincten en de goeie reacties. Want als je angst hebt en je bevriest bij wijze van spreken, ge weet niet meer wat ge moet doen… Bij mij geeft die angst een extreme focus. Het moment dat ik schrik had, dat was ook het moment waarop ik wist: Oké, ik ga perfect op het juiste moment die stuurbewegingen maken, want ik moet het doen. En bij mij bracht dat juist die goeie focus, en bij anderen slaat dat soms over in blokkeren en niks meer kunnen. Dat is voor iedereen anders. Dat kun je ook niet aanleren, ik denk dat dat een beetje aangeboren is. Dat kan je wel een beetje trainen denk ik maar, ja… 

 

Ik ben ooit wel eens in Winterberg geweest lang geleden, als je dan die slee ziet voorbij scheuren in zo’n bocht – pfff- hoe snel gaan jullie dan? 

 

In Winterberg was de topsnelheid 133 km, denk ik. Maar bijvoorbeeld in Vancouver in Whistler was ons record 149 km per uur. Maar gemiddeld gaat dat tussen 120 en 130. 

 

Da’s nog altijd heel snel!

 

Ja, je gaat tegen die wand op, zonder schokdemping. Da’s gewoon ijzer op ijs. Weet je, in het begin vertrek je van een lagere start en dan gaat dat misschien 80 of 90 per uur, en dat voelt al veel te snel aan. Maar door die afdaling vaak te doen, vertraagt dat een beetje in uw hoofd, in het beeld dat je hebt. Op het einde voelde dat voor mij soms traag aan. Maar da’s een teken dat je volledig alles onder controle hebt. Als er iets fout gaat, dan wordt alles hectisch en dan wordt het een grote chaos. Maar als je op de goeie lijn zit en je zit in die flow, dan vertraagt gewoon alles. 

 

Een impact op emoties is het ergst.

 

 

Heb je ooit het gevoel gehad van de controle niet te hebben?

 

Ja, dat gebeurt regelmatig, hé. In die 13 jaar ben ik 10 keer gecrashed, wat super weinig is, want de meesten crashen ongeveer 4 of 5 keer per jaar. Weet je, als je ooit een auto-ongeval gehad hebt of met je fiets gevallen zijt, die milliseconde voor dat je valt, dat is vies. Als je zo ellendig denkt van: “’t Is naar de kloten” (lacht hartelijk). En dan die crash zelf, dat doet zeer, je hebt wat blauwe plekken, je hebt een klap op uw kop. Maar dat is peanuts in vergelijking met de impact die dat heeft op uw emoties. Zeker het half uur daarna, als je weer in die slee moet en weer naar beneden moet. Dat is “shit, ik moet er weer in…”.

 

Maar da’s wel belangrijk? Want als je dan niet terug die slee in gaat binnen het uur…

 

Als je pech hebt en je crasht in je laatste run van de dag, dan moet je gaan slapen met dat gevoel …

 

En daar is echt geen enkele mogelijkheid om te zeggen “mannen, ik ga niet zo mijn bed in…”?

 

Je hebt meestal 2 of 3 runs per dag. En als het op is, is het op. Je kunt geen 10 runs per dag doen. Op sommige banen waar het een beetje rustiger is kan je er misschien 4 of 5 doen, maar omdat die focus zo extreem hoog is, en de impact op uw lichaam toch wel redelijk zwaar, is dat wel echt de max. 

 

Oké, mentaal en fysiek niet mogelijk. Oké in Winterberg hebben jullie vroeger…

 

Ja, ook wel omdat dat een rustige baan is. Die impact, die G-krachten vallen wel best mee. 

 

Men spreekt vaak over die G-kracht. Kun je het bijvoorbeeld vergelijken met formule 1 ?   

 

Het is een beetje anders. Bij formule 1, heb je zijdelingse impact. Je blijft altijd met je wielen op de grond staan, en die vloer blijft horizontaal. Maar onze muren die gaan verticaal. Op het moment dat wij van horizontaal naar verticaal switchen, krijgen we een zijwaartse klap. Maar dan worden wij ook gewoon in de grond geboord, bij wijze van spreken. En als je op dat moment uitademt, krijg je geen lucht meer binnen. Dan moet je echt je adem even blokkeren, en eigenlijk alles opspannen, bracen zoals ze zeggen. Dat duurt dan een fractie van een seconde. En in de reglementen staat ook dat dat niet meer mag zijn dan 6 of 7 G in een bobsleebaan. Tot 5,5 G gaan we wel. Dan voel je echt precies je maag en je ingewanden naar beneden duwen. En uw kaken voel je echt zo naar beneden trekken. En dat is het voelen van die G-kracht, dat wij hebben. Dat is het omgekeerde van een rollercoaster. Daar kan je ‘t gevoel hebben dat je zweeft, als de baan terug naar beneden gaat, en gij blijft boven. Maar wij hebben het omgekeerde. Wij worden naar beneden geduwd. Dus wij worden echt in elkaar geduwd. 

 

Lijkt mij niet zo gezond, ik weet het niet?

 

Niet heel gezond. Maar dat bobsleeën zelf, dat is oké. Je krijgt klappen tegen je kop, je krijgt die G-kracht op je ruggenwervels en zo. Maar daarvan ben ik redelijk fit gebleven. Het zijn gewoon die superzware krachttrainingen die wij zo lang gedaan hebben, heel zware squats, heel zware deadlifts, echt zware gewichten, en daarvan is alles versleten bij mij. Mijn knieën, mijn heupen, mijn rug, mijn schouder da’s nog van dat speerwerpen… Er zijn weinig dagen dat ik geen pijn heb. 

Soms moet je gowoon efkes doorbijten

Elfje Willemsen

Men zegt vaak “sporten is goed”, maar topsport is gewoon allesbehalve gezond en je bent er dus blijkbaar wel een goed voorbeeld van. 

Je zegt ‘elke dag pijn’. Hoe ga je daar mee om? Ben je iemand die gewoon heel de dag aan de pijnstillers gaat? 

 

Ik probeer dat zo veel mogelijk te vermijden. Door die topsport ken je je lichaam heel goed. Ik herken de pijn waarvoor ik zeker wel een ontstekingsremmer moet nemen. Zodat als ik drie dagen ontstekingsremmers neem, het dan wel beter is. Ik herken ook de pijnen waar niks aan valt te doen, dan moet ik gewoon efkes doorbijten. En ik weet ook zelf, ik moet die en die oefeningen doen. Ook preventief. Ik heb twee hernia’s bijvoorbeeld, en dan weet ik gewoon, als ik die oefeningen niet doe, dan heb ik inderdaad elk half jaar verschot. Maar als ik mijn oefeningen goed doe, dan valt er eigenlijk best mee te leven. Dan heb ik er niet zo veel last van. Hetzelfde met die heupen ook. Ik weet welke stretchoefeningen ik moet doen om die flexibel te houden en die pijn wat te ontlasten. Daarin ook – ik zeg het ook vaak tegen klanten van mij – bewegen is zo belangrijk. Hoeveel dokters er nog zeggen, bij een lumbago – wat gewoon ‘rugpijn’ wil zeggen – rust, platte rust. Die wil je tegen hun kop slaan, hé! Allez jong, da’s toch echt al twintig jaar dat dat niet meer wordt gedaan. Je moet gewoon bewegen bij pijn. Zoek een goeie kinesist, doe echt oefentherapie.

 

Jaja, helemaal akkoord. Op dat gebied volg ik u helemaal. 

Je geeft daarjuist aan: het is belangrijk om een doel te hebben. Je hebt al kort aangehaald wat je nu doet. Dat je personal trainingen en bootcamps geeft. Dat was misschien al een doel op zich om dat te kunnen doen. Heb je daar ook nog iets dat je zegt… Je hebt binnenkort de opening van je eigen trainingsstudio. Dat zal wel een doel op zich geweest zijn. Maar is er zo nog iets waarvan je zegt…

 

Ik had mijn doelen inderdaad opgeschreven vorig jaar toen ik begon. Ik heb carrièrebegeleiding gekregen dank zij Sport Vlaanderen en BOIC. En die gaven mij ook tips zoals blijf uw doelen opschrijven. En één van mijn doelen was binnen het jaar fulltime zelfstandige zijn – dat is dan binnen de twee of drie maanden al gebeurd. En dan ook heel kleine doeltjes zoals mijn eigen T-shirts laten bedrukken of mijn eigen kledij, en da’s nu ook al gebeurd. Maar ook zoals inderdaad die eigen studio, die stond dan ook op de planning voor binnen 5 jaar. En da’s nu ook op  een jaar tijd al gebeurd. Ik stel ook wel doelen die haalbaar zijn. 

Als ik nu nog verder kijk, het liefst van al: ik doe ook graag een beetje management. Ik heb nu in de wintermaanden als ik wat meer weg ben, enkele trainers die de bootcamps overpakken. En ik vind dat superleuk om die trainers wat op te leiden, wat tips te geven. En nu gaan we die bootcamps nog wat uitbreiden naar extra locaties. Wat extra trainers opleiden ook, en dan er in gooien bij wijze van spreken. En dat vind ik ook superleuk om daar mee bezig te zijn en dat te coördineren en ook coaches motiveren om ook andere mensen dan weer te motiveren, dat vind ik wel superleuk om te doen. Dat je nog meer mensen bereikt. Want personal training is één ding, maar je hebt maar 40 uur in een week bij wijze van spreken. Dus je kunt maar 40 mensen bereiken. Maar met die bootcamps kan je 40 mensen per uur bereiken. Op een week kan je een hele hoop meer mensen bereiken om gezonder te leven en dit soort sport is gewoon tof om te doen.

 

Voor we aan deze opname begonnen hebben we het er al kort even over gehad. En we hebben nu ook juist aangegeven: topsport is ook niet zo gezond.  Oké, sporten kan wel goed zijn, maar je hoeft niet altijd met megazware gewichten rond te sleuren. Wat is er in jouw opinie nog belangrijk, als je mensen begeleidt. Dat kan op sportgebied zijn, maar ik kan me toch wel voorstellen dat je vanuit jouw ervaring toch nog heel wat tips kan meegeven aan mensen.

 

Ja, dat verschilt eigenlijk een beetje van klant tot klant. De ene komt echt om een uur af te zien, en die wil zweten bij het buiten gaan. En er zijn inderdaad ook meer mensen die nood hebben aan die persoonlijke babbel, en tips en tricks om hun eigen doelen te bereiken. Zodat die rustperiodes dan niet afgemeten 2 minuten zijn, maar dat dat ook wel eens drie of vier minuten kan zijn, omdat je ondertussen ook een babbeltje doet. En dat hoort ook bij de coaching, in het gehele plaatje van het welzijn van een mens. Niet puur van “ik wil 5 kilo meer kunnen opheffen” maar ik wil me goed in mijn vel voelen, ik wil op de juiste manier leren bewegen, ik wil pijnvrij door het leven gaan. En da’s voor mij belangrijker. 

 

Wees gelukkig met wat je doet! 

En wat voor tips zijn er dan, die jij zelf toepast misschien? Als ik denk aan de mensen die ik begeleid, rond voeding, rond slaap, ademhaling. Zijn er dingen waarvan je zegt, dat is voor mij toch echt heel belangrijk, da’s voor mij een stokpaardje? Ook al komen ze misschien vooral om te trainen, dat je dat toch misschien gezegd wil hebben want… belangrijk.

 

Heel veel mensen onderschatten slaap. Veel mensen zeggen: “Oh ik kom toe met 5 à 6 uur slaap per nacht” en dat is gewoon niet waar. Dat klopt gewoon niet. Er zijn al veel onderzoeken geweest: een normale mens heeft minimum 7,5 à 8,5 uur slaap nodig. En je kan inderdaad wel een krediet opbouwen maar dat is zoals met een visa-kaart: als het op is, is het op, en je moet er nadien intrest op betalen. Met koffie of cafeïne kan je wel proberen uw slaap uit te rekken, maar weer hetzelfde: slaap is zo belangrijk voor uw energieniveau, voor uw welvoelen ook. Als je moe bent, ga je meer ongezonde dingen doen. Je gaat meer suiker eten want je hebt zoiets van ik heb energie nodig. Dus slaap is zo belangrijk en dat probeer ik ook wel aan iedereen mee te geven. Ik vraag ook vaak: “Heb je de voorbije nachten goed geslapen?” 

 

Gewoon al eens die vraag stellen zodat ze daar bewust gaan over nadenken. 

Oké, je geeft aan: als je moe bent ga je misschien gemakkelijker naar koffie, cafeïne, naar suiker grijpen. Hoe sta jij daar tegenover? Als topsporter denk ik dat je wel weet dat suikers en koolhydraten belangrijk zijn. Maar de dag van vandaag leeft dat toch wel erg, geen suikers of geen koolhydraten eten. Is er voor de luisteraar iets dat je daar over kan zeggen? 

 

Ik zeg ook altijd: “Ik ben geen diëtist.” Ik  werk samen met diëtisten voor die dingen. Maar mijn ervaring in de sport is… Wij moesten gewicht verliezen, we moesten echt op ons gewicht letten. En dan heb ik wel gewoon 2 à 3 jaar zonder koolhydraten geleefd. Ook mét die zware training, hé. En ik haalde mijn koolhydraten uit de groenten die ik at. Daar zitten ook koolhydraten in. Oké, heel beperkt, maar daar zitten wel de koolhydraten in die ik nodig had. En zo heb ik 2 – 3 jaar eigenlijk die medailles gehaald, en zo hebben wij ook de beste prestaties gehaald. Ik denk niet dat dat haalbaar is om 10 of 15 jaar zo te leven. Maar op dat moment – ik had ook superveel energie, ik kon precies blijven gaan. Ik was ook supersterk, omdat ik natuurlijk heel wat proteïnen at, eiwitten at. En ook qua energie, de eerste weken was ik supermoe als ik daarmee begon maar na een tijd was ik gewoon supersterk, en ik verloor gewoon gigantisch veel gewicht, in dat geval vetmassa. Dus voor mij is dat succesvol geweest, maar nu in het normale leven eet ik gewoon ook keigraag pasta, ik eet supergraag eens een pizzaatje, een steakske met frietjes – bangelijk. Ik eet ’s avonds geen koolhydraten, ik eet dat gewoon niet graag dus waarom zou ik het doen? 

Ik vind het menselijke ook wel fijn in voeding. Zo superextreem in dingen gaan, dat vind ik altijd een beetje gevaarlijk. Gewoon het menselijke: eens een frietje eten, ’s avonds eens een chipske eten als dat niet elke twee dagen is, kan dat op zich ook geen kwaad, denk ik. 

 

Ga ik ook helemaal mee akkoord. Oké, goed. Is er nog iets dat ik je nog niet heb gevraagd, maar waarvan je zegt: “Dat had je me eigenlijk wel moeten vragen”?

 

Nee. (Lacht hartelijk) Eigenlijk niet.

 

De ultieme tip voor de mensen die luisteren? Je heb het belang van slaap al aangegeven…

 

Vooral: wees gelukkig met wat je doet! Ik reis veel voor het bobsleeën en het coachen. In de zomermaanden ben ik dan in België en in de wintermaanden in het buitenland. En wat me opvalt in België, is dat echt superveel mensen niet gelukkig zijn met hun leven. Die zitten in een job die ze niet graag doen, in een relatie waar ze echt niet gelukkig in zijn. En dan denk ik: je hebt in België toch echt àlle kansen om te wisselen, hé. Kies een knelpuntberoep, en ze betalen heel je studie terug. Ze betalen je zelfs een maanduitkering. Dus in België heb je alle kansen van de wereld om te doen wat je graag doet. Dus waarom zou je 40 jaar tegen je goesting werken? En ik vind dat heel raar dat ze in België een beetje verzuurd zijn. En als ik zeg van: “Ah ja, ik moet straks nog gaan les geven”. Dan zijn er mensen die zeggen: “Och arme”. Nee, want ik doe dat graag. 

Ik MOET niet werken

Elfje Willemsen

 

Iets wat je in het begin al aangaf, dat je werken niet als werk hoeft te zien. 

 

Ik ga les geven, ik ga coachen, ik ga niet werken. Ok, ik ben daar nog nieuw in, ik ben maar een jaar bezig, da’s gemakkelijk. Oké, maar als ik het niet meer leuk vind, ga ik iets anders doen. En die luxe heb je in België. We hebben zo’n goed sociaal systeem, dat je altijd wel op iets kan terugvallen. 

 

Oké, die ondersteuning van de overheid, ons sociaal systeem in België is daar geweldig in, misschien zelfs over de top, maar goed, dat even in het midden gelaten. Ik vind het een bevrijdende gedachte dat je in se als mens altijd de keuze hebt. En daarin te voelen, een stukje te luisteren naar je lichaam – wat jij ook al aangaf… Voelt dit nog wel goed aan? En indien niet, goed, kies dan voor iets anders. En het feit dat je die keuze hebt, geeft toch wel ergens een zekere vrijheid. 

 

Er zijn vrienden van mijn leeftijd, die zitten met een burn-out. Die zijn 30-35 jaar, die zijn nog maar tien jaar aan het werken. Allez, dat is toch super jammer. 10 – 15 jaar aan het werken… dan denk ik: super jammer! Dan denk ik ocharme. Vroeger was dat misschien rond uw 45 – 50 dat je misschien dacht: “Moet ik eens iets anders gaan doen?” Nu begint dat vroeger en vroeger allemaal te komen. Zorgwekkend vind ik. 

 

Denk je ook niet dat dat te maken heeft – ik weet niet hoe jij dat ervaart. Als ge uw eigen business aan het opstarten zijt, de social media die daar bij te pas komen… Ja, de dag van vandaag… Soms verschiet ik er niet van. Dat mensen supervermoeid raken, omdat er gewoon nog zoveel extra bijkomt. Vroeger werkten de mensen, werk en gezin en dat was het dan, hé. Maar nu moet je voor die nog goed doen, en die nog pleasen. En af en toe nog eens iets posten want anders word je niet meer gezien. Allez, de druk van vandaag is toch wel… Ik, weet niet hoe jij dat ervaart.

 

Social media, mensen posten er alleen positieve dingen op. Nu begint er een beetje awareness te komen van mensen die ook wel eens zeggen: “Het gaat niet goed” en “Dit is het echte leven”. En op zich moet alles zo uitgesmeerd worden op social media, van “mijn leven is zo mooi en ik heb weer een vakantie gehad en ik ben daar en daar geweest”. Dat is superfijn, maar elk huisje heeft zijn kruisje, iedereen heeft zijn struggles en het is niet voor iedereen altijd supergemakkelijk. Iedereen heeft wel eens wat moeilijkheden in zijn leven, dus op zich moet je dat allemaal een beetje kunnen relativeren, van al die mooie foto’s. Niemand zijn leven is perfect. Je moet dat wat relativeren en dan apprecieer je nog meer wat je hebt.

 

Diepe dalen, hoge toppen… Oké, goed. Om af te sluiten: u fit voelen, als dat betekent dat je je gezond en energiek voelt. Op een schaal van nul tot honderd… Als ik vraag aan Elfje: hoe fit voel jij je op dit moment? 

 

Vandaag of meer algemeen? Want ik zit nu een beetje minder… Ik denk, ja ik denk een 70 % , zoiets ja. Een hele drukke winter gehad en zelf gewoon minder tijd gehad om te sporten. Omdat ik vaak in de bergen zat, en dan heb je vaak niet de mogelijkheid. Ge kunt geen toerke gaan joggen, da’s nogal moeilijk. En een fitness is daar wel, maar da’s allemaal zo beperkt. Ik heb in mijn hotelkamer wel wat gedaan, maar da’s een klein beetje minder geweest omdat het zo druk is geweest. Maar dan merk ik altijd: in de zomermaanden kan ik terug een beetje meer tijd inbouwen voor mezelf. En ik heb dat ook wel nodig. Als ik drie keer in de week sport, is dat naar mijn gevoel te weinig. 

 

En dat maakt dat je je nu wat minder voelt, oké, ja.

Dan wil ik je zeer hartelijk bedanken voor dit aangename gesprek.

Veel succes met al wat je nog gaat ondernemen, we horen het wel.

 

Merci! Dankuwel.

Test CTA met afbeelding

Abonneer je op m'n podcast-kanaal

Goed in je Vel-podcast
Cover Fit zonder fitness Boek Fré Heylen van WordFit

 



 

Laat je verrassen en geef jouw leven een positieve boost.

 

Bestel hier je exemplaar